Op 20 september sloten de partijen al een principe-akkoord over de verkoop van
de renstal.

"Dit is een eerste stap in de herfinanciering van de onderneming", aldus
interim-bestuursvoorzitter Hans Hugenholtz van Spyker. "De volgende stap is
potentiële investeerders aantrekken. Daar zijn we al mee bezig." Hij hoopt
hierover voor het einde van het jaar meer over te kunnen zeggen.

Spyker kocht het Formule 1-team vorig jaar voor bijna 78 miljoen euro.
Het concern hoopte met de eigen renstal zijn dure sportwagens wereldwijd te
kunnen promoten. De resultaten vielen echter tegen. Ook buiten het
racecircuit raakte Spyker steeds meer in moeilijkheden door een aanhoudende
stroom geruchten over een gebrek aan onderdelen en financiële problemen.

Spyker houdt aan de verkoop van het Formule 1-team ruim 12 miljoen euro over.
"Dat is niet genoeg", erkent Hugenholtz. Zo heeft Spyker Cars nog schulden
bij de banken, waaronder Friesland Bank. Wel is de lening bij deze bank
gereduceerd van 9,5 miljoen euro tot 4,5 miljoen euro.

Om te overleven wil Spyker onder meer de hoge productiekosten van de
luxe sportbolides verlagen. Investeringen zijn nodig om onder meer de
productielijnen te versimpelen. Ook is er een streep gezet door de
ontwikkeling van een 12-cilinder motor.

Beleggers op het Damrak reageerden verheugd op de definitieve verkoop van het
Formule 1-team. De koers van het aandeel steeg met 7 procent bij de opening
van de handel.

De Vereniging van Effectenbezitters en beursautoriteit AFM hebben de
Ondernemingskamer verzocht om de jaarrekening van Spyker over 2006 te
herzien. Deze zou een onjuist beeld geven over het gevoerde financiële
beleid. De zaak dient op 11 oktober.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl